Snoeien
Jaarlijkse wintersnoei
Op de moederstam staan draagsporen. Zowel moederstam en draagsporen
worden normaal niet weggesnoeid, behalve als je druivelaar al lang
meegaat en de draagsporen verjongd moeten worden. Het verlengde van de
draagsporen zijn de vruchttakken waaraan de druiven zullen groeien.
Omdat een druivelaar enkel vruchten draagt aan nieuwe ranken zullen de
vruchttakken elk jaar vernieuwd moeten worden. Dit doe je door jaarlijks
rond eind februari en begin maart de vruchttak weg te snoeien juist
boven het eerste goed ontwikkelde oog.
Het eerste oog dat meestal
nogal klein is wordt niet meegeteld. Als de draagsporen meer dan 30cm
van elkaar verwijderd zijn dan kan je twee goede ogen laten staan zodat
een extra vruchttak de leegte kan opvullen.
Verjongen
De draagsporen kan je best zo kort mogelijk houden. Bij lange,
kronkelige ranken verflauwt de scheutvorming waardoor het aantal
vruchten en de kwaliteit van de druiven achteruit gaat.
Een lang of oud
draagspoor kan je verjongen door het op zo'n 7cm in te korten. Uit de
onderste scheut ontwikkelen zich dan nieuwe scheuten waaruit je de beste
kan kiezen om te bewaren als draagspoor. Het volgende jaar zal die rank
echter geen vruchten dragen. Om dit te vermijden kan je op voorhand al
een vervangingsscheut reserveren. Als die na zo'n twee jaar krachtig
genoeg is om als draagspoor te dienen snij je pas de oorspronkelijke
draagrank weg.
Het eerste jaar snij je die vervangingsscheut terug tot
op het eerste oog. Als alle draagtakken verzwakt zijn dan kan je best de
gehele stam afzagen en één van de nieuwe scheuten opleiden tot nieuwe
moederstam. Ook verjongen doe je best na de grootste koude, maar vóór de
sapstroom weer op gang komt.
Zomersnoei
De zomersnoei zorgt er voor dat de druivelaar niet te groot wordt en
dat hij zich kan concentreren op het ontwikkelen van vruchten in plaats
van het aanmaken van nieuw hout.
Het hele seizoen door zal je
bijna dagelijks dieven moeten uitknijpen. Dit zijn kleine takjes die in
de oksels van de draagsporen tot ontwikkeling komen. Deze zullen toch
geen vrucht dragen en kunnen dan ook best zo snel mogelijk weggesnoeid
worden.
Eenmaal de druiventrosjes zichtbaar worden kan je de
andere takken inkorten. Elke tak die een tros bevat kan je best op zo'n
drie tot vijf bladeren terugsnoeien. Jonge takken die geen druiventros
bevatten mogen helemaal verwijderd worden.
Na een tijd worden de bladeren die niet zijn weggesnoeid echter groter
en komen de druiventrossen in de schaduw te hangen. Het kan dan geen
kwaad enkele bladeren te verwijderen. In de grote wijngaarden gebeurt
dit zelfs machinaal. Eenmaal de trossen voldoende tot ontwikkeling
gekomen zijn is alle nieuw blad verdacht en mag dit systematisch
verwijderd worden. Denk nu echter niet dat alle blad er dan maar af moet
om zo de druiven van de volle zon te laten genieten. De bladeren zijn
namelijk onmisbaar voor de fotosynthese die kooldioxyde (uit de lucht)
en water omzet in suiker.
Zorg er ook voor dat de takken met de trossen er aan goed opgebonden
zijn. Eenmaal de trossen uitzetten neemt ook het gewicht toe, en het zou
zonde zijn mocht een druivelaar sneuvelen onder het gewicht van zijn
oogst.
Druiventrossen die voor directe consumptie bestemd zijn worden op zich
ook nog eens uitgedund. Dit begint reeds als de druifjes nog erg klein
zijn en is een erg saaie bezigheid. Onze druiven zijn echter bestemd
voor de wijnproductie en dan hoeft het uitdunnen van de trossen niet.
Hoewel de trossen even groot blijven zullen de druiven op zich kleiner
zijn dan consumptie druiven. Voor de kwaliteit van de wijn is echter
voornamelijk de schil belangrijk. Tafeldruiven horen groot en dik te
zijn (tot 15 gram per druif). Om kwaliteitswijn te maken dienen de
druiven echter klein te zien. Soms wegen wijndruiven slechts één tot
twee gram. Deze druiven hebben voornamelijk een dikke schil. De schil
levert het grootste deel van de fenolen. Deze omvatten de tannines, een
deel van de smaakstoffen en de kleurstoffen (voor rode wijn). Hier
geldt: hoe lager de oogst hoe beter de wijn.
En dan nog een laatste tip voor de zomersnoei: hoewel je niet snel te
veel zal wegsnoeien, mag je nooit in het hout snijden. Deze wonden helen
erg traag en sommige druivensoorten zullen verschillende tientallen
liters sap verliezen voor de wonde geheeld is.