Recepten
Paardebloemenwijn
Wijnsoort:
Zoet
Ingrediënten:
- Paardebloemen: 2,5l
- Suiker: 1,1Kg
- Rozijnen: 250g
- Citroen: 1
- Water: 4,5l
Werkwijze:
Voor het maken van paardebloemenwijn zijn er (natuurlijk) verschillende recepten. Sommigen gaan er met het brute geweld tegenaan en beginnen direct met het koken van de bloemen. Ik ben echter meer voor de zachte aanpak en heb dan ook gekozen voor een recept dat ten zeerste afraadt de bloemen met te veel warmte in contact te brengen.
Paardebloemen plukken doe je natuurlijk in het voorjaar. Naar Engelse traditie doe je dat niet zomaar elke dag van het voorjaar, maar stipt op 23 april, St. George's day. Beter is echter om te wachten tot het een echt zonnige dag is. Je moet in dit stadium van het recept echter nog lang niet aan het plukken slaan. Eerst moet je namelijk beginnen met het maken van de pulp van de rozijnen. De tere bloemblaadjes worden pas na de felste gisting toegevoegd om zo te voorkomen dat de koolzuurgasbellen teveel van de geurstoffen mee naar buiten nemen.
Maak de (propere) rozijnen fijn, doe ze in een kom of emmer (naargelang van de hoeveelheid) en overgiet ze met warm water zodat ze volledig onder staan. Voeg hier dan nog het citroensap aan toe en de helft van de suiker. Nu even roeren tot de suiker goed is opgelost en dan wachten tot de temperatuur tot minder gist-dodende hoogtes gedaald is. Ergens rond zo'n 24° kan je dan veilig de gist toevoegen. Plaats er nu een doek over en laat het zo een week gisten. Tijdens deze felle gisting kan je best een paar keer per dag alles weer even door elkaar roeren. Blijf dit doen tot de tijd (en dus de bloem) rijp is om te plukken. Hiervoor heb je nodig: één zonnige en droge dag in mei of eind april.
Pluk enkel bloemen die volledig open staan en warm en droog zijn. Gebruik de bloemen zo snel mogelijk. Ik hoop dat je die dag niet te veel meer van plan bent, want de volgende opdracht is nu het verwijderen van alle groene bloemkelkjes. De stelen zouden trouwens zelfs giftig zijn, die mag je dus ook niet gebruiken. Doe nu de bloemen in het gistingsvat waarin de gisting ondertussen al een stuk rustiger verloopt. Laat dit alles nog een week in het gistingsvat zitten en roer elke dag een paar keer voorzichtig de bloemblaadjes onder. Zeef de pulp nu in een fles. Los de suiker op in warm water en voeg dat eenmaal afgekoeld bij de reeds gistende pulp. Voeg nu nog de rest van het water toe dat er volgens het recept bij zou moeten.
De verdere afwerking verloopt zoals bij elke andere wijn. Pas bij deze wijn wel extra hard op met warmte want daarmee verlies je veel van de geur van de wijn.